Shell zet streep door bouw biobrandstoffenfabriek in Rotterdam
Shell heeft besloten de bouw van de biobrandstoffenfabriek op het Shell Energy and Chemicals Park in Rotterdam (Pernis) definitief te staken. Uit een commerciële en technische evaluatie concludeerde het bedrijf dat de bouwkosten te hoog zijn om het project concurrerend te maken, waardoor voortzetting niet haalbaar is.
Sinds 2022 werkte Shell aan de fabriek, bedoeld voor de productie van duurzame vliegtuigbrandstoffen en hernieuwbare diesel uit afval. Met een geplande capaciteit van 820.000 ton per jaar zou de fabriek de grootste van Europa worden. Shell gaf eerder aan dat de fabriek genoeg hernieuwbare diesel kon produceren om jaarlijks 2,8 miljoen ton CO₂-uitstoot te vermijden.
De bouw liep eind 2022 al vertraging op. In juli 2024 kondigde Shell aan de werkzaamheden tijdelijk te onderbreken om de oplevering van het project te herzien en ‘het toekomstige concurrentievermogen van de fabriek onder de huidige marktomstandigheden te waarborgen.’ Nu is besloten de bouw definitief stop te zetten.
“De marktdynamiek en de verwachte bouwkosten maken het project voor ons uiteindelijk onvoldoende concurrerend om te voldoen aan de vraag van onze klanten naar betaalbare biobrandstoffen”, zegt Machteld de Haan, president Downstream, Renewables and Energy Solutions bij Shell. “Dit was een moeilijke beslissing, maar wel de juiste. We willen onze investeringen richten op projecten die zowel waarde leveren voor onze klanten als voor onze aandeelhouders.”
Lees ook:




