Grensondernemers blijven hopen op redding van familiebedrijf

Roger Smeets en Lisenka van Oppen zijn de voortrekkers van de accijnsprotesten. Hoewel ze daarmee veel collega’s en politici hebben weten te mobiliseren, en zelfs bij Pauw en Witteman aan tafel hebben gezeten, heeft het jammer genoeg nog weinig uitgehaald. De aandacht die ze krijgen in de media staat in schril contrast met de aandacht van de autorijder. Beide ondernemers hebben namelijk volop tijd voor een gesprek aan de keukentafel. Klanten zijn er nauwelijks bij het station in Maria-Hoop.

”Vorig jaar oktober merkte mijn moeder voor het eerst dat er geen rij stond bij het station”, vertelt Van Oppen. ”Ze kon meteen doorrijden en hoefde niet aan te sluiten in de rij auto’s. En dat zag ze steeds vaker. Sindsdien is het alleen maar erger geworden.”

Diesel

Vóór de diverse belastingverhogingen van de afgelopen jaren hadden de Limburgse ondernemers nog veel Duitse klanten die diesel en gas kwamen tanken. Benzine wordt al jaren over de grens getankt. Maar door de accijnsverhoging van begin dit jaar is zelfs diesel en lpg in Nederland duurder geworden. De Duitsers tanken in hun eigen land en de Nederlanders trekken massaal de grens over, zoals ook blijkt uit de foto’s onderaan dit artikel, genomen bij een tankstation in het Duitse Kaldenkirchen.

”De Duitsers kwamen in het verleden nog regelmatig naar ons toe, ook voor de koffie. Maar dat is inmiddels ook minder geworden. Van sommige koffiemerken verkochten we de ene pallet na de andere. Nu kopen we hetzelfde merk per treetje in”, zegt Smeets.

Problemen

De problemen begonnen echter al eerder. In de loop van 2012 moest het ondernemerspaar marge inleveren vanwege de BTW-verhoging. ”Het was toen nog druk bij ons station. En zo lang de klanten blijven komen, denk je dat het goed gaat. Maar de klanten kwamen alleen maar doordat we de marges verkleinden. We hadden dus nog wel veel klandizie, maar we verdienden een stuk minder.”

Van Oppen heeft inmiddels een parttime baan erbij als promotiedame bij diverse winkels, waar ze koffie aan de man brengt. Noodzakelijk om genoeg inkomsten te krijgen. Zoon Job werkt ook mee op het station, maar is inmiddels op zoek naar een baan erbij om toch de broodnodige inkomsten te hebben.

Tankstation

Het station in Maria-Hoop startte in de jaren zestig. Van Oppen’s grootvader werkte in de techniek, maar moest daarmee stoppen. Hij startte een garage met een tankstation erbij. In ’78 nam Van Oppen’s vader het bedrijf over. Naast brandstof werd ook begonnen met het verkopen van koffie. Dat werd in de loop der jaren steeds belangrijker.

”In april 2008 ging het slechter met mijn vader, dus toen heb ik het bedrijf overgenomen”, aldus Van Oppen. Dat ging aanvankelijk goed. De naastgelegen schuur is in de loop der jaren vol komen te staan met heel veel koffie, maar ook bijvoorbeeld frietsaus en koeken. Er waren zelfs plannen om de winkel uit te breiden met een nog breder assortiment. ”Maar die plannen hebben we maar niet uitgevoerd, gezien de huidige situatie”, zegt Smeets.

Pompen

Wel investeerde het ondernemerspaar enkele jaren geleden in nieuwe pompen. ”Toen in 2010 de tanks werden gekeurd, werd duidelijk dat de grote tank gecoat moest worden. We hebben toen besloten het station te renoveren. Ook omdat op de oude pompen nog zo’n hendel zat waarmee je de teller op nul kon zetten. We merkten dat sommige klanten daarmee sjoemelden. Dus toen hebben we besloten om nieuwe pompen te kopen”, aldus Smeets.

”We hebben gekozen voor Duitse kwaliteitspompen. Dat heeft mijn vader gelukkig nog meegemaakt. Hij was heel trots dat we die nieuwe pompen hadden en was tevreden dat er voor onze zoon een mooi gerenoveerd bedrijf was om over te nemen.” De toekomst is echter een stuk minder rooskleurig geworden.

Grensstreek

”Er moet snel iets gebeuren anders is het einde verhaal”, zegt Van Oppen. ”Op deze manier houden we niet lang meer vol. Misschien dat we het einde van de zomer nog halen, maar dan houdt het wel op.”

”Als wij nou de enige waren, dan zouden wij iets fout doen. Maar alle stations in de grensstreek hebben er last van”, aldus Van Oppen. En het aanbieden van andere producten is hier geen optie gezien de omgeving en ligging van het tankstation.

Ondernemers

”We hebben daar wel over gedacht, bijvoorbeeld bloemen, groenten of snacks. Maar in dit dorp zitten al ondernemers die dat doen. Ten eerste zijn dat onze klanten, ten tweede verliezen we daarmee wellicht de sympathie van die paar klanten uit het dorp die we nog wél hebben. We zijn niet de enige winkelier die last heeft van het grensprobleem. Als we de concurrentie aangaan met andere middenstanders hier, moeten we misschien wel allebei dicht.”

Toch zijn beide ondernemers nog hoopvol. ”We hebben de overtuiging dat er nog wat gaat gebeuren. De overheid kan toch niet zomaar vasthouden aan een maatregel waarmee ze honderden bedrijven ruïneren”, vraagt Van Oppen zich af. Het paar sluit dan ook niet uit dat er nieuwe acties komen.

Overheid

”We hopen dat bij een nieuwe actie nog meer mensen zich aansluiten om te vechten tegen dit desastreuze beleid en dat de overheid onze noodkreten serieus neemt. Hopelijk nemen ze verantwoordelijkheid voor hun daden, want wij zijn echt de dupe van dit beleid. Iedere ondernemer plant vooruit, terwijl de overheid van het ene op het andere moment een besluit neemt waarop wij niet meer kunnen anticiperen. Dat kan tocht niet.”

Tom van Gurp

Bekijk het forse aantal Nederlanders bij het Duitse tankstation in Kaldenkrichen:

Auteur: Tom van Gurp